Hoe gaat u in de toekomst met mestopslag om?

08 oktober 2018
-
3 minuten

Het overgrote deel van de rundveestallen heeft momenteel een mestkelder. In veel gevallen is dat ook een prima oplossing voor de opslag van drijfmest. Er zijn echter steeds meer redenen om alternatieven te overwegen. Denk daarbij aan de bouwkosten, de manier van mest verwerken, de beschikbare ruimte en diervriendelijkheid.

Bouwkosten

Bouwkosten zijn sinds 2015 ongeveer 20% gestegen. Bedroegen ze in 2014 voor een traditionele stal met geïsoleerd zadeldak en twee meter drijfmestkelder onder het gebouw, gemiddeld € 305,- per vierkante meter, in 2018 zijn die kosten gestegen naar € 365,- per vierkante meter. Door een stal te bouwen zonder kelder kunt u daarom veel besparen. Dat is echter wel afhankelijk van de ondergrond.

Wanneer er bijvoorbeeld heiwerkzaamheden moeten plaatsvinden, of funderingsbalken moeten worden gestort, dan is een drijfmestkelder zeker interessant. De kelderwanden functioneren dan als de funderingsbalken. Een funderingsbalk aanbrengen kost namelijk gemiddeld € 95,- per strekkende meter. Voor hetzelfde bedrag kunt u ook een strekkende meter gewapende betonwand storten met een dikte van 200 millimeter en een hoogte van twee meter.

Besparen op mestopslag

Indien er een nieuwe mestopslag gebouwd moet worden, dan is dat ook van invloed op de beslissing om al dan niet voor een mestkelder te kiezen. Een grote betonnen mestsilo met randapparatuur kost circa € 62,- per kubieke meter drijfmest. Opslag in een mestzak of foliebassin heeft lagere kosten per kubieke meter. Opslag in een drijfmestkelder onder de stal betekent een investering van circa € 90,- per kubieke meter drijfmest. Wanneer u uitgaat van ongeveer tien kubieke meter per melkkoe, dan bedraagt de besparing bij kelderloos bouwen al gauw € 450,- tot € 500,- per dierplaats.

Goede mestverwerking

Wanneer u mestbewerking (monovergisting) overweegt, dan heeft u dagverse mest nodig. Dit verhoogt ook de gasopbrengst. Het is dan noodzakelijk dat u een dichte vloer, mestopslag voor de dunnere fractie en een mestplaat voor de dikkere fractie heeft. Kelderloos bouwen sluit daar perfect op aan.

Hoe groot is het bouwblok?

Grondgebonden veehouderijbedrijven krijgen steeds vaker een ruim bouwblok toegekend. In dat geval is kelderloos bouwen een goede optie. Wanneer alle
kuilvoeropslagen en de mestopslagen echter ook in het bouwvlak moeten komen te liggen, dan wordt het bouwvlak al snel te klein. Zorg er daarom voor dat u een passend bouwvlak voor de komende tien jaar krijgt toegewezen van de gemeente en laat u hierin adviseren door een gespecialiseerd bureau zoals Agra-Matic. Bovendien is het raadzaam om een bouwblokvergroting aan te vragen wanneer dat kan, zoals bij een herziening van het bestemmingsplan door de gemeente. Als u ermee wacht tot het noodzakelijk is, dan bent u vaak te laat en zijn de kosten veel hoger.

Bij een bodem met voldoende draagkracht en een groot bouwvlak is kelderloos bouwen een serieuze oplossing


Met een dichte vloer meer diercomfort en gezondheid

De combinatie van zand in de ligboxen en een kelderloze bouw met mestschuif is ideaal voor het comfort van het melkvee. Zand in de ligboxen betekent vaak ook een ruimere stalopzet. Bovendien wordt ook de betonnen prefabvloer stroever en bevordert het de beloopbaarheid van deze vloeren. Zand betekent wel meer slijtage van de mestschuif, de mestschuif kabel en de hoekwielen. Doordat er geen emissie van ammoniak uit de kelder is, geeft het daarnaast ook een frissere lucht in het dierverblijf.

Conclusie

De keuze voor wel of geen mestkelder is in elke situatie anders. Door alle relevante factoren mee te wegen en met een open blik een beslissing te nemen, kunt u samen met de stalontwerper een praktische stal ontwikkelen waarbij u en uw vee optimaal presteren.